Toen we nog maar net verhuisd waren naar Ouwegem stond er bij het thuiskomen een emmer met daarin een grote groene kool voor de deur. Die bleek na enig navragen afkomstig van Martha, onze overbuurvrouw. Eind de 70 was ze, maar nog elke dag in de weer op haar boerderij, waar ze niet alleen een grote moestuin te onderhouden had, maar ook enkele uit de kluiten gewassen koeien. Alleen, want haar echtgenoot was helaas al lang geleden overleden.
Tenzij het echt hondenweer was, stond Martha voorovergebogen in hare lochting, 'kruid te wieden'. Maar steeds in voor een babbeltje. Bij voorkeur over het weer - te droog, te nat, te koud, te warm - of over de ‘smerige eerdratten’ – voor de niet-Ouwegemnaars: woelmuizen dus - die de oogst bedreigden, maar ook heel graag over de koers, want de wielerwedstrijden volgde ze als geen ander.
Tijdens het oogstseizoen deelde ze graag met de buren, zo bleek. Na de kool volgde een emmer vol pruimen, een zak aardappelen, een bak appels, zelfs abrikozen wist ze in ons koude klimaat te produceren. Omdat onze moestujn net iets minder productief is - en het al helemaal moeilijk was iets aan te bieden dat ze zelf niet verbouwde - schonken we haar in ruil de verwerkte producten. Toen we de eerste keer met twee bokalen pruimenconfituur en een stuk appelcake voor haar deur stonden, nam ze die prompt in ontvangst. Zonder het obligate en ons vertrouwde 'dat had je toch niet moeten doen'. Aan dergelijke onzin deed Martha niet mee. Uitdelen is logisch, ontvangen evenzeer. Met hulp aanbieden, moest je daarom voorzichtig zijn. Zo zag Christine haar eens in de weer met een kruiwagen vol bieten en bood hulp aan. 5 minuten later stond ze te zweten als een rund want die bieten bleken veel zwaarder dan gedacht. Tot groot jolijt van Martha, die achteraf wel vond dat Christine "het nog niet zo slecht deed voor ne stadsmensch".
In de loop der jaren verdwenen de koeien, maar in haar moestuin bleef Martha aan de slag. Toen ze bijna 90 was, liep ze nog met een grote bidon onkruidbestrijder op haar rug alles wat ongewenst was te besproeien. Dat beeld toverde een lach op mijn gezicht en toen ik een praatje ging slaan, rustte ze even uit op de zitbank op haar erf. Ze zag er in het avondzonnetje zo stralend uit dat ik tot haar grote verbazing mijn telefoon nam en een foto van haar maakte. "Prachtig toch?", zei ik terwijl ik haar het resultaat toonde. "En wat heb je prachtige helblauwe ogen", voegde ik eraan toe. "Awel, ja, nu ge het zegt", was het antwoord. Ook valse bescheidenheid was aan Martha niet besteed. Bij haar volgende verjaardag liet ik de foto vergroten en inkaderen. Maar de reactie was enigszins anders dan verwacht. "Diene foto kan ik toch niet in mijn huis zetten? Ik heb mijn werkkleren aan". Inderdaad Martha, voor een fotosessie moeten de zondagse kleren aangetrokken worden, dat was ik domweg uit het oog verloren.... De reactie typeerde haar helemaal: nergens doekjes om winden, steeds recht voor de raap.
Vrijdag moesten we helaas afscheid van haar nemen. 95 is ze geworden. "Een schone leeftijd", zeggen 'de menschen' dan. Onzin uiteraard, wij - en velen met ons - dachten dat Martha moeiteloos de kaap van 100 zou halen... Het heeft niet mogen zijn. We zullen de kool en de abrikozen missen. De babbeltjes uiteraard nog veel meer. En een woelmuis zal voor ons eeuwig en altijd een eerdrat zijn.
(Wim & Christine - schuinoverburen, Galgenstraat 17)
Wim Van de Velde
Onze oprechte deelneming in de diepe rouw die U treft, en heel veel sterkte in deze moeilijke periode.
U zeer genegen,
Advocaat Peter Simoens & Franka Bogaert Gewezen schepen/gemeenteraadslid
Peter SIMOENS